Inspectie
De unit dient minimaal eens per 2 jaar te worden geïnspecteerd. Dit is afhankelijk van de vervuiling in de lucht. Indien extreme vervuiling optreedt moet de inspectie vaker plaats vinden. Te denken valt bijvoorbeeld aan afzuiging van grote keukens of industriële processen.
Voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de (nog) niet verankerde (delen van de) ventilator en gereedschap niet van het dak kunnen vallen of waaien, of op een andere manier schade of lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat bij een geheel of gedeeltelijk gedemonteerde ventilator niemand draaiende of onder spanning staande delen aanraakt.
Laat een (gedeeltelijk) gedemonteerde ventilator, welke is aangesloten op de voeding, niet onbeheerd achter.
Zorg ervoor dat elektra voerende delen niet nat worden.
 |
- Schakel de ventilator met werkschakelaar (4) uit.
- Verwijder ventilatordeksel (2).
- Draai de 4 bouten van het binnenwerk los.
- Til het binnenwerk (5) (motor-vleugel, frame en besturing) eerst rechtstandig omhoog en leg vervolgens het binnenwerk ondersteboven weer in de behuizing.
- De bekabeling en de luchtslangen mogen niet beschadigen.
- Maak, indien nodig, de vleugel (7) voorzichtig met een zachte borstel schoon. De vleugel mag niet beschadigen of vervormen.
- Indien de lagers defect zijn, vervang dan de motor-vleugel.
- Maak, indien nodig, de behuizing (1) met een zachte borstel schoon.
- Monteer het binnenwerk (5) weer op zijn plaats.
- Controleer of de vleugel (7) vrij kan draaien.
- Maak, indien nodig, de besturing (6) met een zachte borstel stofvrij.
- Controleer of de kabels en slangen niet tegen scherpe randen van het frame of de besturing liggen.
- Controleer of de bekabeling niet tegen de vleugel (7) aan kan komen.
- Maak het luchtkapje (3) in het ventilatordeksel schoon.
- Monteer ventilatordeksel (2).
- Schakel de ventilator met werkschakelaar (4) in en controleer de goede werking.
- Controleer ook of de ventilator goed op de eventueel aangesloten regelaar(s) reageert.
|